Nina heeft inderdaad 3 nesten gegeven, waarin geen enkele chinchilla. Het merendeel was bovendien ook nog eens A-geel De meeste honden, waarvan de kleur wat licht is en waarvan het pigment in neus terug gaat lopen (en zij waren in het nest ook al zonder enen zwarte haar!), hebben geen chinchillafactor , maar zijn gewoon ee-geel. Honden met zwart in de vacht bij degeboorte en mooi zwart pigment in de neus, lippen en nagels, zijn aa-geel. Riek Barkman heeft de hele vachtgenetica bestudeerd en beschreven en de gekoppelde genen ontdekt (bijv. dat een bepaald soort vacht, gekoppeld zat aan ondervoorbijten) en was de grote pionier op dit gebied. Grappig is, dat deze vachtverervingsmaterie, toen standaardwerk is geworden op de Dierenartsopleiding in Utrecht. Nina is ee-geel, heeft een chinchillafactor (uit de c-reeks, een verblekingsfactor zoals dat heet), prachtige zwarte ogen en een keiharde vacht. ee-geel wil zeggen, dat er geen grote, dus dominante E is, daardoor kan het zwart, niet zichtbaar worden, het wordt onderdrukt. Als er geen grote A is (zwart dus) kan een hond ook alleen maar geel zijn, zelfs al heeft hij wel een grote E.
Al met al heel interessante studiestof.
Twee smousjes: Tuuntje Jip en Woezel van Abtswoude.
Nee, Nina heeft geen enkel kind of kleinkind met deze factor. Ze kreeg bij elkaar 11 pups. Maar zoals ik al eerder vertelde, haar oma hensic leek als twee druppels water op haar. Nou ja, andersom dus. Else en Frieda Sicco Smit, zien nog altijd hensic rondstappen bij het zien van Nina.
Twee smousjes: Tuuntje Jip en Woezel van Abtswoude.